De mens meet de tijd

Men leefde naar de dag, naar het seizoen, naar het jaar, naar het leven. De zon bepaalde het dagritme en gaf ons de jaargetijden. Ze was met haar ogenschijnlijke draaiing rond de aarde feitelijk de eerste klok.

De mens was een georganiseerd wezen en de behoefte aan nauwkeurigere ‘tijd’ groeide. In de afgelopen millennia ontstonden o.a. zonnewijzers, zandlopers, waterklokken en andere inventieve manieren om de tijd te meten of op te delen.

Voor zover bekend begon in de 13e eeuw het tijdperk van de mechanische uurwerken. Dit waren door veren of gewichten aangedreven raderwerken die met behulp van een foliot of balanswiel met een redelijke constante gang konden aflopen. De architectuur en de ambachtelijke vaardigheden lagen aan de basis van de vele schitterende tijdmeters die door de ‘Meesters van toen’ aan ons zijn nagelaten.